De letters vormen samen het woord
VLEUGELS
Blauwe kiekendieven leven in open, vochtige gebieden: duinen, moerassen, akkers en graslanden.
Opvallend in alle kleden is de witte stuit die in vlucht een duidelijk onderscheid met de bruine kiekendief vormt.
Op het menu staan kleine zoogdieren en konijnen. Maar ook kleine vogels worden af en toe verschalkt.
De hop is een voormalige broedvogel van oude, halfopen cultuurlandschappen op de zandgronden.
Hij nestelt in holten van bomen, muren, steenhopen en houten bouwsels.
Hoppen foerageren op grote insecten en hun larven in schrale vegetaties
met veel open plekken en in licht bemeste graslanden.
De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland en in Europa.
Hij bewoont allerlei landschappen, variërend van loof- en naaldbos tot stadsparken
en groene woonwijken,
waar hij door zijn nachtelijke leefwijze niet altijd opgemerkt wordt.
De bosuil broedt overwegend in boomholtes en begint al vroeg in het jaar (februari of maart) met nestelen.
Het bekendst is de bosuil misschien nog wel van de spookachtige roep van
de mannetjes
''graag gebruikt in griezelfilms''die dan wordt beantwoord door het vrouwtje.
De buizerd is verreweg de algemeenste en meest opvallende roofvogel van Nederland,
die je vaak in open land ziet, zittend op een paal of schroevend op de thermiek.
Buizerds zijn erg gevarieerd qua kleur en tekening. Van donkerbruin tot bijna wit.
Hij heeft zich de laatste decennia sterk uitgebreid als broedvogel en broedt ook in de lage delen van Nederland.
Heeft zich ook op de Waddeneilanden gevestigd.
Middelgrote steltloper met veel gedaanten. Typische vorm door relatief groot lichaam,
vrij lange hals en middellange, iets omlaag gebogen snavel.
Witte vlakken aan staartzijden,
weinig opvallende vleugelstrepen.
De mannetjes hebben in het voorjaar een opvallende kraag
en oorpluimen
en zijn zeer divers in kleur en tekening. De kleinere
vrouwtjes zijn licht- of donkerbruin en hebben oranje poten.
Vleermuizen (orde Chiroptera, ook wel handvleugeligen genoemd) zijn zoogdieren
die echt kunnen vliegen
(in tegenstelling tot zweven). Hiertoe zijn hun vleugels
voorzien van een vlieghuid
die tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart zit.
Er zijn veel soorten vleermuizen. Sommige zeldzame soorten komen slechts op één enkele locatie voor
(meestal een grot).
Wereldwijd zijn er ruim 1.100 soorten,
waardoor meer dan één op de vijf zoogdiersoorten een vleermuis is.
Merijn Kabout en Jilles Maas